Zo motiveer je jezelf om (vaker) te sporten
We weten allemaal dat voldoende beweging goed voor ons is, maar soms missen we nét even de motivatie om van de bank of uit bed te komen. Misschien dat deze tips jou daarbij helpen:
1. Zorg dat je er plezier in hebt. Als je de sport die je moet doen niet leuk vindt, dan wil je het liever ook niet doen. Zoek dus een vorm van lichaamsbeweging die jij wél graag doet. Ben je graag buiten? Dan kun je gaan powerwalken, hardlopen of misschien wel fietsen. Sociaal ingesteld? Misschien is een leuke teamsport als hockey, basketbal, volleybal of voetbal iets voor jou? Dol op dansen? Neem dan salsa, zumba, hip-hop of balletles.
2. Houding. De houding die jij hebt tegenover sporten is heel belangrijk. Als je er een negatief gevoel over hebt en het beschouwt als iets dat je moet doen, dan zal het ook automatisch zoiets worden. Probeer dus je best te doen om te voordelen van het sporten in te zien en op die manier met een positieve houding naar jouw work-out te kijken. Ook al heb je écht geen zin om naar de sportschool te gaan, zeg dan niet ‘ik moet eigenlijk gaan, maar ik ben zo moe, dus ik wil liever niet’ maar bedenk je ‘ik ga nu naar die les toe, want ik weet hoe lekker ik me achteraf voel’. Focus je op het positieve.
3. Heb realistische doelen en verwachtingen. Binnen drie weken het lijf waar je van droomt? Over anderhalve week klaar voor de marathon? Uhm… Waarschijnlijk niet. Het is goed om doelen te hebben, dan heb je immers iets om naartoe te werken, maar hou deze wel realistisch. Anders loop je het risico teleurgesteld en daardoor gedemotiveerd te worden. Hou je doelen klein en behapbaar, zodra je weer een kilometer verder kan of een kilo kwijt ben, kun je je doelen vanzelf weer naar boven bijstellen. Ook met sporten geldt: geduld is een schone zaak. Train vaak en je zult vanzelf kleine veranderingen aan je lichaam zien, maar verwacht niet dat dat binnen één week al gebeurt.
4. Maak er een routine van. Mensen zijn gewoontedieren, dat is nu eenmaal zo. Daarom houden we ook van routine. Welke vorm van sport je ook kiest, zorg ervoor dat het opgenomen wordt in je vaste routine van werken, ontspanning, huishouden en dergelijke. Zet het – zeker als je net begint – gewoon in je agenda tussen je andere taken, zo zorg je dat je het niet vergeet. Zodra het eenmaal in je routine zit, zal het als vanzelfsprekend gaan voelen.
5. Wees bewust. Weest bewust van het gevoel dat je hebt na tijdens of na afloop van het sporten. Kijk hoe je lichaam verandert, wat het doet met je energie-niveau en daarmee welke impact het heeft op je dagelijks leven. Merk hoe je ineens wel een sprintje kunt trekken zonder buiten adem te raken of hoe die fijne broek ineens weer goed zit. Zoals gezegd bij punt drie gaan veranderingen soms langzamer dan je zou willen, maar als je goed gefocust blijft en geduld houdt, dan zul je zien dat je uiteindelijk wordt beloond voor je doorzettingsvermogen.