5 tips voor meer vogels in je stadstuin
Heb je ook zo’n klein balkonnetje? Of een minituintje waarvan je je zelfs met het beste inlevingsvermogen niet kan voorstellen dat leuke vogeltjes er de weg naar zullen vinden? Gewoon omdat jouw postzegel een beetje een speldenprik op de kaart is. Toch kan het. Vijf tips voor meer vogels in jouw stadstuin.
1. Bekleed je wanden met planten
Als het niet horizontaal kan, ga dan de lucht in. Laat een klimplant tegen de muur groeien. Je hebt zelfs kans dat een merel het uitkiest als nestplaats!
2. Zet bessenplanten in potten
Bessen zijn heerlijk voer voor onder andere merels. Ze nestelen zich ook hier graag in, dus jij de heerlijke besjes, zij een fijne, beschutte broedplaats.
3. Zet bloeiende planten neer
Fleur je balkon, geveltuintje of postzegel op met bloeiende planten. Dat trekt vlinders, bijen en andere beestjes aan en die dienen als voer voor de vogels. Binnenkort wordt jij wakker met de zingende vogeltjes bij je huis.
4. Zet een drinkschaal neer
Een klein bakje water of een laagwaterbassin met wat fris, vers water (regenwater of kraanwater) zorgt ervoor dat vogels lekker bij jou kunnen komen badderen. Terwijl jij naar buiten kijkt, natuurlijk.
5. Plak raamstickers
Leuk, die vogels in je tuin, maar je wilt ze natuurlijk niet bewusteloos of dood van je balkon of onder je ramen vandaan moeten rapen. Plak daarom raamstickers op je ramen, gewoon als hulpmiddeltje.